donderdag 4 juli 2013

Ilse - les 5

Introductievragen


Hieronder staan vier schilderijen. Beantwoord de volgende vragen:
- wat zie je op elk schilderij?
schilderij 1: kleurrijke, cirkelvormige vormen. Monden, ogen, neuzen, gezichten etc.
schilderij 2:
strakke vormen in doffe kleuren. Mannen hoofd.
 
schilderij 3: vrouw, zwarte haren, rode ochtendjas, raam, muur, etc.
schilderij 4: vrouw, zwarte haren, bloot, schoenen, gele en blauw achtergrond, etc.
- wat zijn de overeenkomsten tussen beide schilderijen met de vormen?
Er zijn andere vormen en kleuren gebruikt etc.





- wat zijn de overeenkomsten tussen de twee schilderijen met de vrouwen erop?
geen gezicht, vrouw, hand voor gezicht, gebogen houding








Schilderijen van Christa Roslier en Edvar Munch




- wat zie je terug in de schilderijen van de dramales van gisteren?
Zonder het gezicht te zien wordt ook duidelijk hoe iemand zicht voelt. Herkenning vooral in laatste twee schilderijen. Kinderen kunnen wel met kleuren van kleding komen die een emotie benadrukken, zoals in de eerste twee schilderijen te zien is.
- Wat is de emotie in de laatste twee schilderijen? En hoe komt het dat de emoties zo duidelijk is zonder dat je het gezicht van de persoon kan zien?
Verdriet. Door de lichaamshouding.




Voorbereiding *
Context
De kinderen hebben gisteren een dramales gehad die ging over emoties. Je kunt je emoties als je een scene speelt laten zien in je gezicht, maar ook met je lichaam. Dit hebben ze zelf ervaren in o.a. de emotiebus. Ze gaan verder op dit onderwerp tijdens de beeldende vormingsles. De kinderen zijn dus al uitgelokt om na te denken over het onderwerp.

Basisplan
De kinderen gaan verdriet uitbeelden in een schilderij zonder dat het hoofd van de persoon in het schilderij zichtbaar is en de vormen en kleuren op de achtergrond  bendrukken de emotie.

Doelen
Beeldend doel:
De kinderen hebben aan het einde van deze opdracht een schilderij gemaakt waarin het hoofd niet zichtbaar is, maar de emoties wel van het schilderij is af te lezen. Door de kleuren en vormen de emotie te laten bendrukken. Het gaat bij deze opdracht om verdriet of iets in de trant hiervan. Dit is natuurlijk gedeeltelijk afhankelijk waar de kinderen zelf mee komen tijdens het vraaggesprek.

Technisch doel:
De kinderen gaan schilderijen maken met verf. Er worden geen beelden of tekeningen gemaakt. De kleur van de verf moet verdriet uitstralen maar er wordt van te voren niet gezegd welke kleuren wel en welke kleuren niet gebruikt mogen worden.

Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren

voor de afbeeldingen zie hierboven.

Beeldaspecten
het gaat hier om emoties in vormen en kleur. Met vormen en kleuren hebben ze al een aantal lessen gewerkt. Het is themaweek emotie en nu tijdens deze les gingen we een stapje verder. Het is niet alleen de bedoeling om in vormen en kleuren een emotie te leggen maar ook in de vrouw op het schilderij zonder het hoofd te laten zien.

Ontwikkelingsfasen
het gaat hier om de expressiviteit en de formaliteit. Kinderen kunnen emoties in vormen en in deze schilderijen ander s zien dan andere, maar kunnen dat ook begrijpen. Er kunnen gesprekken hierover ontstaan. Ze kunnen wel vertellen hoe de schilder de emoties heeft proberen weer te geven.
*
Informeren
We kijken naar de afbeeldingen van deze les en we voegen de plaatjes samen. We beantwoorden de bovenstaande vragen.  De kinderen moeten in hun schilderij een emotie uitdrukken zonder gezicht net als in de eerste 2 plaatjes, maar ze moeten wel vormen en kleuren toevoegen die het benadrukken zoals de voorbeeldplaatjes.   
*
Instrueren
De kinderen krijgen uitleg wel spullen ze wel en niet mogen gebruiken. Hoe ze het beste te werk kunnen gaan en stap voor stap wat exact de bedoeling is.

*
Beoordelen
Zie matrix hieronder.





Emotie is verdriet
Onvoldoende ( niet zichtbaar)
Voldoende (deels)
Goed (zichtbaar)
Er is gebruik gemaakt van de verf en er is een schilderij gemaakt ( geen beeld of tekening)
0
1
2
Je ziet dat er een vrouw geschilderd is
0
1
2
De lichaamshouding van de vrouw geeft de emotie weer
0
1
2
De vormen en de kleuren in het schilderij versterken de emotie
0
1
2
De achtergrond van het schilderij laat de emotie zien
0
1
2

                                                                                                                     


woensdag 3 juli 2013

Les 5 - Merel


Noem 3 dingen die erg groot zijn weergegeven in het schilderij
(voeten, rechterhand en knuppel)
Zou dit schilderij eerder uit het oogpunt van een kikker of uit het oogpunt van een olifant zijn gemaakt?
(kikker)
Wat is het effect van het gekozen perspectief?
(dat de man erg groot en krachtig lijkt)

Lesfasenmodel  voor college 5

Voorbereiding *
Context
De kinderen zijn vaak geïnteresseerd in groot en klein (reuzen en dwergen). Ze vergelijken zich met elkaar qua grootte en willen vaak groot zijn.
Basisplan
De kinderen gaan elkaar tekenen vanuit het kikkerperspectief.

Doelen
Beeldend doel: de kinderen kunnen elkaar na deze les vanuit kikkerperspectief tekenen. Degene die ze tekenen moet groot en krachtig lijken in de tekening. In ieder geval 1 ding in het werk klopt niet met werkelijkheid, bv. kleur persoon of vorm

Technisch doel: de kinderen gebruiken alleen gemengde kleuren en mogen zelf kiezen of ze krijt of verf gebruiken.


Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren

 Het beeldaspect wat wordt behandeld deze les is het kikkerperspectief. Dit houdt in dat een schilderij of tekening wordt gemaakt vanuit het oogpunt van een kikker
Ontwikkelingsfase Parsons. Deze opdracht probeert een eerste stap te zetten om kinderen van fase 2 naar fase 3 te brengen. Ik probeer kinderen tot het besef te laten komen dat je door het toevoegen van aspecten die niet waarheidsgetrouw zijn je beeldende doel beter kan bereiken. In dit geval is het beeldende doel om een persoon groot en krachtig te laten lijken en dit kan bijvoorbeeld door niet-waarheidsgetrouwe kleuren of vormen.

*
Informeren
We kijken naar de afbeeldingen en ik probeer de kinderen met behulp van vragen (boven dit lesfasenmodel staan enkele van deze vragen) te laten ontdekken dat er sprake is van een oogpunt vanaf de grond en dat dit ook wel kikkerperspectief wordt genoemd. Daarna probeer ik met de tweede afbeelding duidelijk te maken dat er bij kikkerperspectief sprake is van een ‘lage horizon’.

*
Instrueren
De kinderen moeten elkaar gaan tekenen vanuit het kikkerperspectief. Degene die ze tekenen moet groot en krachtig lijken.

*
Beoordelen
Zie matrix hieronder.






 Matrix bij lesfasenmodel college 5

Criteria
Niet zichtbaar
Deels
Zichtbaar
Je ziet dat er een persoon is getekend
0
1
2
Persoon lijkt groot en krachtig
0
1
2
Er zijn gemengde kleuren gebruikt
0
1
2
Er zit iets in het werk wat niet klopt met de werkelijkheid
0
1
2
De vormgeving is origineel
0
1
2